Lichaamsontevredenheid en eetstoornissen bij jonge mensen met type 1 diabetes

Jonge mensen ontwikkelen hun lichaamsbeeld en eetpatroon in een samenleving met strenge ideaalbeelden. Voor jonge mensen met type 1 diabetes komen hier extra uitdagingen bij. In de afgelopen jaren is gebleken dat opvallend veel jonge mensen met T1D worstelen met lichaamsontevredenheid, verstoord eetgedrag of een eetstoornis. Er is nood aan meer wetenschappelijk onderzoek en gespecialiseerde hulp.

Tijdens de adolescentie stijgt de focus op het eigen lichaam en dat van anderen. Jongeren hechten doorgaans veel belang aan hoe hun lichaam eruit ziet en hoe anderen hun lichaam beoordelen. Ze vergelijken hun lichaam vaak met dat van leeftijdsgenoten en mediafiguren, maar jongeren vergelijken zichzelf ook met een gecreëerd maatschappelijk ideaalbeeld (Vandenbosch, 2017). In dit ideaalbeeld staat slankheid centraal voor vrouwen, terwijl mannen vooral gespierd moeten zijn. Vandaag de dag ervaren veel jongeren een trend van opwaartse vergelijking, namelijk dat ze hun eigen lichaam minder positief beoordelen dan het lichaam van anderen. Zeker wanneer ze zich vergelijken met het ideaalbeeld is dit een opmerkelijk probleem. De lichaamsidealen in de hedendaagse westerse samenleving zijn streng en het bereiken van deze idealen kan moeilijk of zelfs onrealistisch zijn. Bovendien is het belangrijk om stil te staan bij het onrealistische karakter van de geïdealiseerde media (Vandenbosch, 2017). Mediafiguren voldoen vaak in hoge mate aan de opgelegde idealen, wat geen correcte weerspiegeling is van de maatschappij. Uit onderzoek blijkt dat mensen vaker positieve karaktereigenschappen toekennen aan deze mediafiguren dan aan diegenen die minder aan het ideaalbeeld voldoen. Verder wordt het uiterlijk van acteurs en modellen dikwijls bewerkt met geavanceerde technieken. Jongeren passen deze technieken steeds vaker zelf toe op hun persoonlijke sociale mediaprofielen. Door de grote schaal waarop deze technieken worden toegepast, draagt de media bij aan het onrealistische westerse schoonheidsideaal. Daarnaast wordt dit strenge ideaalbeeld in de media als haalbaar voorgesteld, zolang je er maar hard genoeg voor werkt.

Het strenge westerse ideaalbeeld kan het ontwikkelen van een gezond lichaamsbeeld en eetpatroon verhinderen. Ondanks een groeiende bezorgdheid over lichaamsontevredenheid bij jongeren, zijn recente onderzoekscijfers nog steeds alarmerend. Onderzoek suggereert dat de meerderheid van de westerse adolescenten ontevreden is over het eigen lichaam. Jongeren met een hoger BMI ervaren doorgaans meer lichaamsontevredenheid, maar ook veel jongeren met een gezond BMI zijn ontevreden.  Lichaamsontevredenheid hangt samen met een minder algemeen welzijn en is een prominente risicofactor voor het ontwikkelen van een eetstoornis en verstoord eetgedrag. Eetstoornissen zijn psychiatrische aandoeningen waarbij een DSM diagnose vereist is. In de DSM-5 wordt een onderscheid gemaakt tussen anorexia nervosa, eetbuistoornis, boulimia nervosa en eetstoornissen Niet Anders Omschreven (NAO). Wanneer er niet voldaan wordt aan de DSM criteria voor een eetstoornis, maar wel gelijkaardige klachten optreden, is er sprake van verstoord eetgedrag. Verstoord eetgedrag omvat een breed scala aan ongezonde en afwijkende eetpatronen, zoals het beperken van voedselinname, overmatig eten, dieetpillen en purgeren. Vaak wordt er een onderscheid gemaakt tussen slankheidsdrang en boulimia. Bij slankheidsdrang staat preoccupatie van het eigen lichaamsgewicht met als gevolg diëten centraal. Bij boulimia staat de neiging tot het eten van overmatige hoeveelheden voedsel en vervolgens purgeren centraal.

Gemaakt in Canva.

Een kwetsbare groep dat de laatste jaren meer onder de aandacht is gekomen zijn jonge mensen met type 1 diabetes (T1D). T1D is wereldwijd de meest voorkomende auto-immuunziekte bij jongeren. De alvleesklier produceert geen insuline meer waardoor het lichaam geen glucose kan opnemen. T1D wordt meestal al vastgesteld in de kindertijd of adolescentie waardoor de ziekte voor extra uitdagingen kan zorgen bij het opgroeien. De behandeling van T1D is intensief op dagdagelijkse basis. Insulinetoediening staat op de voorgrond, maar goede eet- en bewegingsgewoonten zijn ook belangrijk. Hierdoor kan diabetes management, net als het westers ideaalbeeld, de focus op het lichaam en het eetgedrag vergroten. Veel jonge patiënten geven aan dat T1D hen onzekerder maakt over hun lichaam. Verschillende thema’s komen hierrond naar voren (Verbist & Condon, 2021). Ten eerste zijn er de medische hulpmiddelen zoals insulinepompen en glucosemeters die zichtbaar op of aan het lichaam zijn bevestigd. Sommige jongeren met T1D ervaren dat ze daardoor minder aan het westers ideaalbeeld voldoen. Ze kunnen het gevoel geven anders te zijn dan leeftijdsgenoten, wat voor veel jongeren moeilijk is. Daarnaast kunnen de hulpmiddelen zorgen voor een voortdurende confrontatie met hun lichaam dat hulp nodig heeft, waardoor het lichaam sneller als “kapot” of inferieur wordt gezien. Een tweede aansluitend thema is het zich beperkt voelen in kledingopties. Dit komt voornamelijk doordat veel jongeren toch de voorkeur hebben om hun medische hulpmiddelen te verbergen. Een derde en het meest prangende thema is het gevoel geen controle te hebben over het eigen lichaamsgewicht. Vooral gewichtstoename vermijden en tegelijkertijd goed voor hun diabetes zorgen, is voor velen een uitdaging. Onderzoek suggereert aansluitend dat het BMI van jongeren met T1D vaak stijgt doorheen de adolescentie en dat ze gemiddeld een hoger BMI hebben dan hun leeftijdsgenoten (Troncone et al., 2018).

In de afgelopen jaren is gebleken dat opvallend veel jongeren met T1D worstelen met verstoord eetgedrag of een eetstoornis. Dit heeft geleid tot twee nieuwe termen: diaboulimia en diarexia. Bij deze eetstoornissen nemen diabetes patiënten opzettelijk te weinig of geen insuline in. Diaboulimia is een zorgwekkende eetstoornis die vooral voorkomt bij jonge vrouwen met type 1 diabetes. Het heeft te maken met een complexe interactie van factoren, zoals insuline, bloedsuikerspiegel, lichaamsbeeld en emotieregulatie en heeft een grote impact op de diabeteszorg en de geestelijke gezondheid (Dziewa et al., 2020). Bij diaboulimia wordt er te weinig insuline ingenomen met als doel om gewicht te verliezen of gewichtstoename te vermijden. Door weinig of geen insuline in te nemen, voorkomt men dat suikers uit het bloed worden opgenomen en gaan de nieren uiteindelijk de suikers uitscheiden via urine. Het lichaam gaat daardoor op zoek naar een andere energiebron en vetten afbreken. Dit leidt tot gewichtsverlies op korte termijn. Verschillende onderzoeken tonen aan dat angst voor gewichtstoename een veel voorkomende reden is voor minder goed insulinebeheer (Coleman et al., 2020). Ongeveer één op de drie jonge vrouwen met T1D zou hierdoor hun insulinedosering soms aanpassen (Burns, 2020). Het weglaten of verminderen van insuline is echter levensbedreigend op lange termijn. Het kan ernstige hyperglycemie (een te hoge bloedsuikerspiegel) en daaraan gerelateerde complicaties veroorzaken, zoals diabetische ketoacidose die onmiddellijke medische hulp vereist, zenuwschade, nierschade en gezichtsproblemen. Diaboulimia wordt in de media vaak beschreven als ’s werelds gevaarlijkste eetstoornis. Diarexia komt zowel bij type 1 als type 2 diabetes voor, maar veel minder dan diaboulimia. Mensen met diarexia gaan naast hun insuline ook hun voedselinname overmatig beperken (Dziewa et al., 2020). Bij diarexia is er vaak een krampachtige nood om de bloedsuikerspiegel zo veel mogelijk te controleren. Onvoldoende eten zorgt echter voor te weinig energie wat een goed diabetesbeheer en algemeen welzijn in de weg staat. Diarexia is, net als diaboulimia, een ernstige aandoening met risico op complicaties en overlijden.

Citaten uit een getuigenis van een jonge vrouw over haar ervaring met boulimia, gepubliceerd in een academisch tijdschrift (Burns, 2020). Gemaakt in Canva.

In tegenstelling tot de eetstoornissen uit de DSM-5 (anorexia nervosa, eetbuienstoornissen, boulimia nervosa en eetstoornissen NAO) zijn diabetes-gerelateerde eetstoornissen nog niet officieel geclassificeerd. Zorgverleners spreken al langer dan tien jaar over diaboulimia en diarexia, maar er is weinig officiële erkenning en wetenschappelijk onderzoek. Patiënten uiten dat ze hier nood aan hebben en pleiten voor betere, gespecialiseerde ondersteuning. In verschillende ziekenhuizen werken diabetologen samen met zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg aan de preventie van en interventie voor diabetes-gerelateerde eetstoornissen. De behandeling van personen met zowel een eetstoornis als diabetes vormt een dubbele uitdaging die een uitgebreide aanpak vereist met aandacht voor controle van de bloedsuikerspiegel, psychotherapie, voedingsadviezen en diabeteseducatie (Winston et al., 2020). Vanwege de snelle gevaren moet regelmatige controle van de bloedsuikerspiegel prioriteit krijgen. Om dit te bevorderen is het echter belangrijk om meteen ook in te zetten op gezonde eetgewoonten en onderliggende psychologische processen zoals stress en ziektepercepties. Er is momenteel nog niet veel onderzoek gedaan naar de behandeling van eetstoornissen bij mensen met type 1 diabetes. Sommige studies hebben potentiële verbeteringen aangetoond met psycho-educatie, gezinstherapie en/of cognitieve gedragstherapie (CGT), maar het is nog onduidelijk of ze effectief zijn op de lange termijn (Dziewa et al., 2023).

Besluit: In de afgelopen jaren is gebleken dat opvallend veel jonge mensen met T1D worstelen met lichaamsontevredenheid, verstoord eetgedrag of een eetstoornis. De noodzaak om de bloedsuikerspiegel nauwlettend in de gaten te houden, specifieke voedingsrichtlijnen te volgen en veelvuldig gebruik van medicijnen en/of zichtbare medische hulpmiddelen kan gezamenlijk bijdragen aan het ontstaan van een nadelige houding ten opzichte van voeding en het lichaamsbeeld. Diaboulimia en diarexia duiden op twee diabetes-gerelateerde eetstoornissen waarbij er te weinig insuline wordt ingenomen. Dit kan echter leiden tot grote complicaties en is levensgevaarlijk. De eerste wetenschappelijke resultaten benadrukken de ernst van deze eetstoornissen en het belang van gespecialiseerde ondersteuning  om het welzijn en de levensduur van deze patiënten te waarborgen.

Referenties

Burns, V. F. (2020). I live with “the world’s most dangerous” eating disorder. BMJ, 370, m1886. https://doi.org/10.1136/bmj.m1886

Coleman, S. E., & Caswell, N. (2020). Diabetes and eating disorders: an exploration of “Diabulimia.” BMC Psychology, 8(1), 101–101. https://doi.org/10.1186/s40359-020-00468-4

Dziewa, M., Bańka, B., Herbet, M., & Piątkowska-Chmiel, I. (2023). Eating Disorders and Diabetes: Facing the Dual Challenge. Nutrients, 15(18), 3955. https://doi.org/10.3390/nu15183955

Troncone, A., Cascella, C., Chianese, A., Galiero, I., Zanfardino, A., Confetto, S., Perrone, L., & Iafusco, D. (2018). Changes in body image and onset of disordered eating behaviors in youth with type 1 diabetes over a five-year longitudinal follow-up. Journal of Psychosomatic Research, 109, 44–50. https://doi.org/10.1016/j.jpsychores.2018.03.169

Vandenbosch, L. (2017). Media representation: Health and body images (incl. Eating Disorders). In P. Rössler, C. A. Hoffner, & L. van Zoonen (Eds.), International Encyclopedia of Media Effects (pp. 1–13). Wiley – Blackwell.

Verbist, I. L., & Condon, L. (2021). Disordered eating behaviours, body image and social networking in a type 1 diabetes population. Journal of Health Psychology, 26(11), 1791–1802. https://doi.org/10.1177/1359105319888262/FORMAT/EPUB

Winston, A. P. (2020). Eating Disorders and Diabetes. Current Diabetes Reports, 20(8), 32–32. https://doi.org/10.1007/s11892-020-01320-0

Een gedachte over “Lichaamsontevredenheid en eetstoornissen bij jonge mensen met type 1 diabetes

Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑