Preventie van gedragsproblemen op school: Taakspel effectief! Maar voor wie?!

Regelmatig verschijnen er positieve verhalen over het interventieprogramma Taakspel (zie bijvoorbeeld de eerdere blog van Sanne Van Craeyevelt). En terecht! Taakspel is (tot nog toe) het enige schoolprogramma gericht op de preventie van gedragsproblemen met het stempel ‘bewezen effectief’. Ik zou het programma dan ook op elke school van harte aanbevelen. Maar…

Taakspel

Taakspel is een klassikaal preventieprogramma dat taakgericht gedrag wil bevorderen en de ontwikkeling van gedragsproblemen wil tegengaan.  Het programma wordt vandaag de dag op een toenemend aantal scholen geïmplementeerd (vooral in Nederland). Dit met grote inzet en enthousiasme van coördinatoren, coaches en leerkrachten. De verwachtingen van Taakspel zijn hoog, vooral daar waar het gaat om het terugdringen van gedragsproblemen bij kinderen die al probleemgedrag vertonen. Maar het is nog de vraag of Taakspel effectief is voor juist die kinderen die programma’s als Taakspel het hardst nodig hebben: de kinderen met ‘hardnekkige’ gedragsproblemen.

Tot op heden is het wetenschappelijk onderzoek naar de vraag “voor wie werkt het?” nog relatief beperkt. Hieronder volgt de uitslag van een onderzoek uitgevoerd door de Vrije Universiteit Amsterdam (Spilt, Koot, & Van Lier, 2013). De steekproef betrof 759 kinderen en hun leerkrachten uit 47 klassen van 30 reguliere basisscholen in Nederland (zie project Spelregels).

Voor wie was Taakspel effectief?

  1. Voor kinderen zonder gedragsproblemen, zonder emotionele problemen en zonder gezinsproblemen (53% van de totale steekproef, waarvan 42% jongens)
  2. Voor kinderen die eerder het slachtoffer waren van pesterijen, maar zonder gedragsproblemen, zonder emotionele problemen en zonder gezinsproblemen (14%, 56% jongens).
  3. Voor kinderen met emotionele problemen, maar zonder gedragsproblemen en zonder gezinsproblemen (8%, 53% jongens)

De positieve uitkomsten golden zowel externaliserend gedrag (druk gedrag, agressie, ongehoorzaamheid) als internaliserend gedrag (angst, depressieve gevoelens).

Voor wie was Taakspel onvoldoende effectief?

  1. Voor kinderen met lichte gedragsproblematiek in combinatie met gezinsproblemen (14% van de totale steekproef, waarvan 60% jongens). Het betrof gezinnen waar moeders veel stress rapporteerden en weinig warmte en betrokkenheid bij hun kinderen. Deze kinderen kwamen vaker uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status en uit gezinnen van allochtone afkomst.
  2. Voor kinderen met zorgelijke niveaus van gedragsproblemen, aandachtsproblemen en sociale problemen (7%, 71% jongens).
  3. Voor kinderen met zeer hoge niveaus van gedragsproblemen, aandachtsproblemen en sociale problemen (3%, 86% jongens).

Kinderen met ernstige gedragsproblemen

We waren niet verbaast dat Taakspel niet effectief bleek te zijn voor kinderen met gezinsproblemen (14%). Taakspel beperkt zich tot het bevorderen van een taakgericht klimaat in de klas. Het biedt geen ondersteuning voor ouders bij opvoedingsproblemen. Wel waren we, gezien eerder onderzoek in binnen- en buitenland, verrast dat kinderen met ernstige gedragsproblemen niet of nauwelijks bleken te profiteren van Taakspel (10%). In onze steekproef waren bij deze kinderen de niveaus van gedragsproblemen en emotionele problemen na twee jaar interventie met Taakspel nog altijd zorgelijk hoog. Terwijl juist deze kinderen nood hebben aan een effectieve interventie. Behalve verrast waren we ook bezorgd: Wanneer het probleemgedrag van deze kinderen niet (tijdig) geremedieerd wordt, vergroot dit de kans op slechte schoolprestaties en schooluitval, werkloosheid en crimineel gedrag.  Bij nader inzien was het misschien toch niet zo heel verwonderlijk dat Taakspel voor de kinderen met gedragsproblemen niet effectief was. Het ontstaan van gedragsproblemen is een bijzonder complex verhaal waarin genetische aanleg, rijping en sociale omgevingsfactoren thuis en op school een rol spelen. En voor complexe problemen bestaan zelden eenvoudige oplossingen.

Aanpak op maat

Dus? Stoppen met Taakspel? Zeker niet. Taakspel moet vooral gezien worden als een preventieve interventie  (gericht op het voorkomen van emotionele- en gedragsproblemen) en niet als een curatieve interventie (gericht op het terugdringen van bovengemiddelde tot ernstige gedragsproblemen) en zo was het programma ook niet bedoeld.

De boodschap is dat er voor sommige kinderen (ca. 24% in onze steekproef) meer nodig is dan een klassikaal preventieprogramma. Dit als aanvulling op Taakspel in de vorm van een meer intensieve aanpak ‘op maat’. De aanpak kan gericht zijn op bijvoorbeeld emotieregulatie of sociale vaardigheden van het kind en/of op opvoeding en ouderbegeleiding.

Daarnaast is het belangrijk om oog te hebben voor de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie (bijv. via consultatieve leerlingbegeleiding). Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van ‘theory-based’ en ‘evidence-based’ interventies gericht op het verbeteren van ongunstige leerkracht-leerlingrelaties. Voorbeelden hiervan zijn het programma ‘Samen-Spel’ (zie de eerdere blog van prof. Hilde Colpin) en het ‘Relatie Reflectie Programma’. Binnenkort wordt er een lezing gegeven over deze twee programma’s in het kader van PraxisP Professional (KU Leuven). Meer informatie over deze lezing en de mogelijkheid om in te schrijven, kunt u vinden op de website van PraxisP.

Literatuurlijst:

Spilt, J. L., Koomen, H. M. Y., Thijs, J. T., & van der Leij, A. (2012). Supporting teachers’ relationships with disruptive children: the potential of relationship-focused reflection. Attachment & Human Development, 14(3), 305-318.

Spilt, J., Koot, J., & Lier, P. C. (2013). For Whom Does It Work? Subgroup Differences in the Effects of a School-Based Universal Prevention Program. Prevention Science, 14(5), 479-488.

Spilt, J. L., Koot, H. M., & Lier, P. A. C. (2013). Wie profiteert van Taakspel? De effecten van Taakspel bij kinderen met verschillende risicoprofielen. Kind & Adolescent, 34(4), 195-207.

Vancraeyveldt, C., Verschueren, K., Van Craeyevelt, S., Wouters, S., & Colpin, H. (2013). Teacher-reported effects of the Playing-2-gether intervention on child externalising problem behaviour. Educational Psychology, 1-18.

Vancraeyveldt, C., Verschueren, K., Wouters, S., Van Craeyevelt, S., Van den Noortgate, W., & Colpin, H. (2014). Improving Teacher-Child Relationship Quality and Teacher-Rated Behavioral Adjustment Amongst Externalizing Preschoolers: Effects of a Two-Component Intervention. Journal of Abnormal Child Psychology, 1-15.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑